12022

Door de corona-epidemie en de daarbij behorende overheidsmaatregelen is de molen vanaf 2020 tot en met begin 2022 een aantal langere periodes niet toegankelijk geweest voor bezoekers.

22020

Door het vertrek van de molenaars van de Sevink Mölle is er een tijdlang geen bezetting om de molen te exploiteren. Deze impasse is opgelost als een aantal vrijwilligers zich aanmeldt om de molenweer te laten draaien.

32013

De vrijwillige molenaars van de Sevink Mölle hebben ervoor gezorgd dat de molen weer diverse soorten meel produceert. Ook verschillende mixen behoren tot het assortiment. Al deze producten zijn te koop in de molenwinkel en in de restaurants.

42001

11 april 2001 De wieken en de kruisstaart zijn geplaatst

52000

Op 26 februari wordt met een symbolische handeling het startsein gegeven voor de tweede fase van de restauratie: het herstel van de kap en de wieken. Op 30 september wordt de kap teruggeplaatst op de molen.

61999

In augustus wordt gestart met de daadwerkelijke restauratie van de molen. Het metselwerk wordt hersteld en is gereed in december van hetzelfde jaar.

71997

De Sevink Mölle wordt eigendom van de Stichting Sevink Mölle. Om verder verval van de molen door lekkage te voorkomen wordt op 25 oktober 1997 door wethouder Johan Houwers de in zeer slechte staat verkerende kap gelicht, dit onder toeziend oog van molenmaker Vaags uit Aalten, die de restauratie zal uitvoeren. De kap wordt op de grond gedemonteerd en de nog bruikbare onderdelen worden naar de werkplaats van Vaags afgevoerd.

81995

Er wordt een restauratievergunning verkregen.

91994

De Stichting Sevink Mölle wordt in juli opgericht.

101992

Het eerste grote succes wordt geboekt: de molen kwam op de Rijkslijst van Beschermde Monumenten. Dit opent de weg naar rijkssubsidie voor de restauratie.

111991

De Stichting Vrienden van de Winterswijkse Molens ondersteunt de familie Helder in haar pogingen de molen gerestaureerd te krijgen.

121986

Henk Helder laat bij de molen een terras aanleggen en opent een restaurant onder de molen. Tegelijkertijd begint hij samen met zijn vrouw Marjon te ijveren voor restauratie van de molen.

131964

De heer J.W. Helder beëindigt het molenaarsbedrijf. Wanneer hij in 1974 overlijdt wordt zijn zoon B.W. Helder eigenaar. Diens zoon Henk wordt samen met zijn vrouw Marjon in 1984 eigenaar.

141962
151928

In december wordt filiaal van de Coöperatieve Winterswijkse Landbouwersbond in de molen gevestigd.

Een wervelstorm veroorzaakt op zondag 25 november grote schade aan de molen. Het wiekenkruis van de ronde stenen wordt zwaar beschadigd, één wiek is er afgewaaid. Later worden ook de andere wieken en de staart verwijderd.

161925

Omstreeks 1925 komt de Sevink Mölle definitief tot stilstand, wanneer tijdens het kruien de korte spruit met een korte schoor afbreekt. Deze breuk is te wijten aan het zware kruien, waar de molen om bekend stond. Sindsdien wordt er alleen nog motorisch gemalen, eerst met de petroleummotor, later met een elektromotor.

171916

Op 21 juli wordt de molen met bijbehorende boerderij, schuur en grond in opdracht van de toenmalige eigenaren D.W. te Gronde, B.W. te Voortwis, G.J. Smalbraak, T. Te Strake en J.H. Overkamp (Sevink) verkocht. Eigenaar wordt J.W. Helder. Helder laat de windmolen weer maalvaardig opknappen.

181911

Onderin de molen wordt een petroleummotor van 25 pk met een stel maalstenen opgesteld, om minder afhankelijk van de wind te zijn. Sindsdien word de windmolen nog maar weinig gebruikt.

191904

Op 28 juli brak er brand uit in het molenaarshuis, dat met een aangrenzende schuur geheel in vlammen opging. De molen bleef echter gespaard en het molenaarshuis werd herbouwd.

201866

De Sevink Mölle word als ‘De Zorg’ gebouwd. Dat gebeurde in opdracht van J.W. Smalbraak op De Heurne in Huppel, T.J. van Dunnewold op Jonkers, G.W. te Voortwis op De Scholte, T. Te Strake op Dieterink en J.H. Seevink op Seevink. Laatstgenoemde was ook eigenaar van de grond, waar de molen op werd gebouwd. Naar hem werd de molen in later jaren Sevink Mölle genoemd.

De molen, een ronde stenen beltkorenmolen, heeft een voor dit type en in deze streek gebruikelijke constructie: begane grond met twee tegenover elkaar gelegen inritten, de maalzolder op de eerste verdieping, daarboven de steenzolder, vervolgens de luizolder en tenslotte de kapzolder.

Bij de molen verrees een molenaarshuis, waar de achtereenvolgende molenaars woonden. De eerste molenaar was G.W. Grevink. Omstreeks 1890 werd hij opgevolgd door J.H. Berenschot. Aan het molenaarsbedrijf was vanouds ook een bakkersbedrijf verbonden.